Automerk Mazda, in de periode van 1985 tot 2005, voltooide de lijn van zijn producten met verbrandingsmotoren van de beroemde B-serie, in verschillende versies. Zo werden ze op werkvolume onderverdeeld in motoren van 1,1 tot 1,8 liter, met acht of zestien kleppen. Alle versies kregen cilinderblokken van gietijzer, de timing werd vervolledigd met riemaandrijvingen.
Deze familie omvat ongeveer twee dozijn modificaties, waaronder turbomotoren, die waren uitgerust met geladen versies van Mazda uit de jaren 90 en hun Amerikaanse klonen, geproduceerd door Ford.
Alle bovengenoemde motoren behoren tot de groep “ventless”. Een gebroken distributieriem leidde er bij deze versies niet toe dat de zuigers de kleppen raakten. De compressieverhouding van deze motoren is onbeduidend, ≤9,5, wat de aanwezigheid van een ruime CC verklaart, en de zuigers hebben speciale inkepingen om de kleppen er veilig in te laten zakken.
De 1.6L B6ZE motor werd alleen toegepast in de eerste twee generaties Mazda modellen, waaronder de MX-5, geproduceerd voor de Europese markten. In feite is het een gemoderniseerde versie van de B6D uit 1989, gemaakt voor de MX-3, Familua.
De motor voor MX-5 werd in de lengterichting van de auto geïnstalleerd, uitgerust met een vliegwiel van lichtgewicht type. had een inlaatspruitstuk, het zogenaamde passieve type, EGR-systeem. Er moet aan worden herinnerd dat motoren met een volume van 1,8/1,6, met inbegrip van die welke op het MX-5-model werden geplaatst, waren uitgerust met inlaatspruitstukken van een ander ontwerp, met variabele geometrie. Er waren geen faseverschuivers beschikbaar op de 1,8-liter motoren die op de MX-5 waren gemonteerd. Het is belangrijk om te begrijpen dat deze motoren niet verwant zijn aan de Z6 1.6 versie van de Mazda-3. Deze verbrandingsmotor werd, in alle modificaties, gemonteerd op Mazda’s van de volgende modellen: 323, 323F, versies MX-3, MX-5, op Xedos-6.
Technische eigenschappen
| Kenmerken | Waarde |
|---|---|
| Verplaatsing motor, cc | 1597 |
| Maximum vermogen, pk | 90 – 125 |
| Maximumkoppel, Nm (kgm) bij tpm | 129 (13) / 4000 137 (14) / 4500 137 (14) / 5500 139 (14) / 5000 142 (14) / 5000 |
| Gebruikte brandstof | Gasoline Normaal (AI-92, AI-95) |
| brandstofverbruik, l/100 km | 6,8 – 9,8 |
| motortype | Rug, 4-cilinder |
| Toegevoegde motorinformatie | DOHC |
| Maximumvermogen, pk (kW) bij tpm | 90 (66) / 6000 110 (81) / 6000 120 (88) / 6500 125 (92) / 6500 |
| Compressieverhouding | 9,4 |
| Cilinderdoorsnede, mm | 78 |
| zuigerslag, mm | 83,6 |
| Cilinderverplaatsingswisselmechanisme | Geen |
| Koelsysteem, l | 6 |
| Motorsmeersysteem, l | 3.6 |
| Kleppenaandrijving | DOHC |
| Aantal kleppen per cilinder | 4 |
Mazda 1,6 verbrandingsmotor – gegarandeerde betrouwbaarheid bij alle aanpassingen
Het ontwerp is uiterst betrouwbaar en eenvoudig, en beschikt over een aanzienlijke bron. Zeker, 110 “paarden” 1,6-liter versie is natuurlijk niet genoeg voor onstuimige races zelfs lichte versie van de auto, zoals MX-5. Dynamiek maakt het in het beste geval mogelijk om wandelingen te maken. Hij is duidelijk niet geschikt voor races. Maar een breuk in de timing van een dergelijke motor leidt niet tot motorpech. Bij de allereerste versies van de MX-5 was er een probleem, dat vaak tot storingen leidde. De tandriemschijf van de krukas raakte spontaan los, waardoor de spie brak. Gedurende een bepaalde periode (1999) kwamen er auto’s van de lopende band met krukasdrukringen die oorspronkelijk defect waren. Dergelijke groeiproblemen zijn al lang overwonnen.
Oorzaken waarom de motor niet start
De meest voorkomende is kortsluiting in de regeleenheid, die zich onder de mat in de voeten van de passagier op de voorstoel bevindt. De mat wordt nat en laat vocht door naar de ECU. Aanvankelijk zijn er problemen met de bedrading, daarna stopt de hele unit met werken.
Krukaspositiesensor
Het apparaat leest informatie van een speciale schijf die zich achter de krukaspoelie bevindt die de bevestiging aandrijft. Als de sensor defect is, slaat de motor af tijdens het rijden of start helemaal niet. Een veel voorkomende oorzaak van defecten is kortsluiting in de bedrading, die optreedt in het staartgedeelte van de sensor. De ECU stelt dit vast en geeft een specifieke foutmelding.
Er wordt luchtaanzuiging waargenomen
De ECU-unit meet de belasting en richt zich daarbij op de indicatoren van de debietmeter, waardoor de gevoeligheid van de motor voor de resulterende aanzuiging aanzienlijk toeneemt. Informatie over het uitgeputte brandstof-luchtmengsel wordt doorgegeven. Het probleem kan liggen in een defecte pakking op het inlaatspruitstuk, een slechte afdichting van de injectoren of een mogelijk gebarsten slang van het VGC-systeem.
Gasklep
Motoren van de modificaties in kwestie zijn uitgerust met een mechanische gasklep. Informatie over de positie wordt aan de ECU doorgegeven via een potentiometrische sensor. Aan de onderkant, direct onder de gasklep, bevindt zich de stationaire klep. Het is een spoel, voor de beweging waarvan de elektromagneet verantwoordelijk is. Dit is een zeer problematisch gebied. Storingen die hier optreden, leiden tot het feit dat de motor stationair draait, niet goed vasthoudt of in deze modus afslaat. Soms helpt het schoonmaken van de klepkanalen om het probleem te verhelpen. Maar vaker zit het probleem in de elektromagneet. In dat geval moet de klep worden vervangen.
Het stationair toerental kan worden aangepast met een speciale schroef op de gasklep.
EGR-klep
Het apparaat veroorzaakt praktisch geen problemen. Van tijd tot tijd kan de fout RO402 verschijnen, die aangeeft dat de stroom uitlaatgassen te groot is. Eenvoudig te verhelpen door de klep zelf schoon te maken.
Bobine
Een paar dubbele bobines vormt de ruggengraat van het ontstekingssysteem. Dit is de standaard voor motoren die in de jaren negentig zijn gemaakt. Elke bobine levert vonk aan een paar bougies tegelijk. De eerste, aan het einde van de compressieslag. De tweede aan het einde van de uitlaatslag (stationair).
De levensduur van dergelijke producten is aanzienlijk. Zeker als je bedenkt dat de meeste MX-5’s worden gebruikt in zuinige omstandigheden. In het geval van slijtage van de bobine, zelfs één, het optreden van vonkbreuk door de hoogspanningsdraad, functioneert de motor extreem slecht tijdens accelereren en stationair draaien. De primaire spoel in goede staat heeft een weerstand van ≤1 ohm, de waarden op de secundaire spoel zijn ingesteld in het bereik van 11,2-15,2 kOhm.
Nokkenaspositiesensor
Voor de inlaatas bevindt deze zich aan de voorkant van het kleppendeksel. Het product zelf werkt zonder problemen, maar de afdichtingen beginnen na verloop van tijd olie te lekken.
Klepdekselpakking
Dit element van het ontwerp is gemaakt van lichte legeringen, wordt gekenmerkt door hoge betrouwbaarheid en duurzaamheid. kan in elke kleur worden geverfd. Het is geïnstalleerd op de pakking gemaakt van rubber, het afdichten van bougie putten, de omtrek van het kleppendeksel.
Na verloop van tijd verliest het rubber zijn elasticiteit. Eronder begint olie te lekken. In dat geval wordt de pakking vervangen.
Klepspeling
Motoren van het hier besproken model hebben geen hydrocompensator. Het afstellen van de thermische spelingen wordt uitgevoerd met behulp van speciale sluitringen, waardoor ze gemakkelijk onder de nokken van de nokkenas vandaan kunnen worden gehaald. Hiervoor worden de assen echter opgetild, nadat de stangen eerst zijn neergelaten. Nominale waarde van thermische spelingen: uitlaatkleppen – 0,31, plus / min 0,03 mm. voor de kleppen inlaat – 0,21 mm.
Tandriem
Ontworpen om elke 90000 kilometer te worden vervangen. Met een longitudinale configuratie van de motor, voor de vervanging, vereist een voorafgaande demontage van de voorgevel, gevolgd door de verwijdering van de pomp.
Alle beschikbare merktekens bevinden zich op de poelies. Er is geen speciaal gereedschap nodig. De poelies losmaken is ook niet nodig.
Totaal
Motoren uit de jaren tachtig en negentig werden gekenmerkt door eenvoud, pretentieloosheid en betrouwbaarheid. De zwaardere moderne auto’s, de sterk toegenomen milieueisen en de wens van autobezitters om auto’s met meer vermogen te kopen, leidden tot de opkomst van nieuwe technische oplossingen.